top of page

Zo mooi anders

  • Foto van schrijver: Francisca Flinterman
    Francisca Flinterman
  • 7 jul
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 21 jul

Het is de opdracht voor elke moeder: je kinderen loslaten. Dat wist ik, en daar heb ik eerder over geschreven, toen mijn oudste zoon vorig jaar plotseling het huis uit ging. Nu sta ik opnieuw voor die opdracht maar op een geheel andere wijze. Want ook mijn jongste zoon wordt volwassen. En hoewel hij nog niet direct het huis uit gaat, gaat hij wel zijn eigen weg. Een weg die anders is dan wat ik hem gegund had. Anders dan de weg waarvan ik dacht dat die hem gelukkig zou maken. En dat doet een beetje pijn. Ik probeer hem soms te overtuigen andere keuzes te maken, maar ik realiseer me steeds vaker dat waar ik gelukkig van word, of waar ik denk dat hij gelukkig van wordt, niet per se hetzelfde is als waar hij daadwerkelijk gelukkig van wordt. En dan is dat ook nog eens niet per se hetzelfde als waar hij uiteindelijk voor kiest.


Hij is intelligent, een logisch denker en hij gelooft niet in dingen waar ik wĆ©l in geloof, zoals het bestaan van een buiten-waarneembare werkelijkheid, of de kracht van gedachten en van helende energie. Hij vindt het lariekoek, hocuspocus of kwakzalverij, en probeert me ervan te overtuigen dat ik me vergis. Ook politiek zitten we niet altijd meer op ƩƩn lijn. Belangrijke waarden – vrede, gelijkheid, medemenselijkheid, het milieu – vult hij steeds vaker anders in dan ik. Een en ander leidt soms tot verhitte discussies, al duren die nooit lang. Ik kan verbaal niet meer tegen hem op en stap, uit zelfbehoud, meestal voortijdig over op een ander, minder beladen, onderwerp.


Hoewel hij natuurlijk volledig recht heeft op een eigen mening, kan ik niet ontkennen dat het soms een gevoel van falen oproept. Alsof ik ergens tekort ben geschoten, dingen niet goed genoeg heb uitgelegd of voorgeleefd. Langzamerhand begint het echter tot me door te dringen dat mijn waarheid niet meer waar is dan de zijne. Wie ben ik om te denken dat ik het beter weet? Bovendien is er niet ƩƩn 'De Waarheid'. Mijn waarheid heeft zich ontwikkeld in de loop van mijn leven en is gebaseerd op mijn vragen, mijn ervaringen. En die zijn anders dan zijn vragen en ervaringen. Wat voor mij heilig is, hoeft dat voor hem niet te zijn.


Dat besef maakt ruimte. En in die ruimte gebeurt soms iets bijzonders: dan zegt hij ineens iets dat me stil maakt. Dan luister ik met respect, met verwondering. Ook zijn waarheid kan schoonheid bevatten: wijsheid, helderheid, kracht, betekenis. En het is heerlijk me daar af en toe aan te kunnen laven.


Hij volgt zijn eigen pad hier op aarde – in een andere taal, op een ander tempo, met andere beelden. Niet het mijne, en dat hoeft ook niet, dat moet zelfs niet. Hij heeft het recht om zijn eigen keuzes te maken, zijn eigen waarheden te vinden, zijn eigen pad te bewandelen. Misschien zelfs wel de plicht om dat te doen als onderdeel van het mens-zijn.


Mijn kind loslaten vraagt om vertrouwen – dat hij voor zichzelf de juiste keuzes zal maken, ook als ze anders zijn dan wat ik zou kiezen, ook als hij er niet gelukkig van wordt of er zelfs door in moeilijkheden komt. Het zijn immers zijnĀ keuzes en die zijn onderdeel van zijn eigen zoektocht in het leven. Ik kan en mag hem niet beschermen tegen de hobbels en valkuilen die het leven voor ieder van ons in petto heeft, maar die ons uiteindelijk ook laten groeien.


Vanochtend zaten we even zwijgend naast elkaar op de bank. Ik keek naar dat mooie, jonge gezicht naast me en moest ineens denken aan het bekende gedicht van Hans Andreus:

ā€œJe bent zo mooi anders dan ik,

natuurlijk niet meer of minder

maar zo mooi anders,

ik zou je nooit anders dan anders willenā€


Misschien is dĆ”t het ware loslaten: hem laten zijn wie hij is – ook als dat haaks staat op hoe ik ben of waarin ik geloof – en het oprecht goed vinden.


Mijn zoon. Ik hou van hem, juist in zijn anders zijn.

Ā 
Ā 
Ā 

Opmerkingen


bottom of page