top of page

Broeders en zusters

  • Foto van schrijver: Francisca Flinterman
    Francisca Flinterman
  • 4 okt
  • 3 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 26 okt

4 oktober. Werelddierendag. Mijn twee lieve katten hebben zojuist een extra lekker hapje gekregen.


4 oktober is ook de feestdag van Franciscus van Assisi, mijn naamheilige (en dus volgens katholiek gebruik mijn naamdag). Het is de dag na zijn overlijden – nu 799 jaar geleden – toen zijn lichaam in processie naar Assisi werd gebracht en begraven op de plek waar later de Sint-Franciscusbasiliek verrees.


Dat Werelddierendag op zijn feestdag valt, is niet voor niets. Voor Franciscus waren dieren zijn vrienden. Hij noemde ze broeders en zusters. Hij ontfermde zich over hen maar sprak ook met hen. En ze luisterden. Zo gaat het verhaal dat hij tot de vogels preekte en dat ze aandachtig bleven zitten. In Gubbio beval hij een wolf niemand meer kwaad te doen, waarna er vrede kwam tussen wolf en mensen. In Trevi maande hij een ezel die zijn preek verstoorde tot stilte, en in Portiuncula vroeg hij een krekel Gods lof te zingen tot hij haar verlof gaf om te gaan.


Afgelopen week kwam ik terug van een stukje van zijn pelgrimsroute. Samen met een vriendin liep ik acht etappes van gemiddeld twintig kilometer, van Assisi naar Rieti. Ik had al langer de wens om dichter bij mijn naamheilige te komen, en dit was een prachtige gelegenheid. Om ook innerlijk iets dichter bij hem te komen, lazen we onderweg Het zevenvoudige pad van Franciscus van filosoof en zenleraar Hein Stufkens. In analogie met het boeddhistische achtvoudige pad beschrijft Stufkens zeven Franciscaanse leefregels. Elke dag kozen we er één uit als leidraad.


De tweede dag stond deze regel centraal: “Ik zie alle schepselen als mijn broeders en zusters en ik draag ze zoals ik zelf gedragen zou willen worden.”


Hoe mooi zou het zijn, dacht ik, als ik die dag daadwerkelijk een dier mocht dragen – zoals ik zelf gedragen wil worden? We kwamen genoeg dieren tegen: een herdershond die zich gewillig liet aaien, maar te groot was om op te tillen. Straatkatten die angstig wegschoten als we dichterbij kwamen. Vlinders die om ons heen fladderden, maar niet neerstreken. Misschien moest ik de regel minder letterlijk nemen?


Totdat het gebeurde.

Op een plein in Trevi – misschien wel hetzelfde plein waar Franciscus ooit tot de ezel sprak – zaten we te lunchen. Een echtpaar liep voorbij met een zwart poedeltje. Het hondje trok plots aan de lijn, liep recht op mij af en sprong tegen mijn stoel op. Alsof ze op schoot wilde springen. Beduusd vroeg ik: “Mag ik haar even vasthouden?” Dat mocht. En daar zaten we dan. Allebei volmaakt gelukkig.

.

Ook de andere etappes werden we vergezeld door dieren: een kat die ons de weg wees, vogels die zongen bij de ingang van een dorp, salamanders die ons schichtig vanuit de schaduw aankeken, honden die hun territorium luidkeels verdedigden, vlinders die ons de berg af begeleidden, en een gewonde sprinkhaan die we voorzichtig opzij in het gras legden. Het gaf onze tocht een extra dimensie.


Toch merkte ik hoe moeilijk het is om alle dieren als ‘broeders en zusters’ te zien. Tijdens een pauze landde er een insect op mijn knie. Ik schrok zo dat ik het met een grote zwaai wegjoeg, zonder zelfs te kijken wat het was. Franciscus zou dat niet hebben gedaan.


Zo is er een verhaal over hoe hij een appel vond met een gaatje erin. Toen hij ontdekte dat er een worm in woonde, legde hij de appel terug in het gras. “Ach appel,” zei hij, “wat geef je me een prachtig voorbeeld. Je hebt een ander schepsel al onderdak en voedsel gegeven. Daar had ik bijna broeder Worm van beroofd.”


Legende of waarheid – het beeld raakt me. Ik zou niet gauw een appel opofferen aan een worm. Maar Franciscus zag in elk schepsel iets heiligs. Hij beperkte zijn liefde niet tot het aaibare. Ik wil dat ook niet langer doen en wil meer liefde en respect tonen aan alle levende wezens. Zoals ikzelf geliefd en gerespecteerd zou willen worden.


En hoewel Franciscus zelf geen vegetariër was, ben ik het tijdens deze reis wel geworden. Je eet immers geen vrienden.

 
 
 

Opmerkingen


bottom of page