In de Happinez van afgelopen maand stond een voorpublicatie van Susan Smits nieuwe boek ‘De tweede helft van je leven’. Zij beschrijft hoe we ons na ons veertigste levensjaar steeds meer bevrijden van opgelegde normen en waarden en op zoek gaan naar wie we in essentie zijn, wat echt belangrijk voor ons is in het leven. We hoeven niet zo nodig meer iedereen te vriend te houden en aan alle verwachtingen te voldoen. “Als het erop aankomt, verkies je loyaal zijn aan jezelf boven loyaal zijn aan een groep”, schrijft ze, en “jij hoort thuis bij jou”.
Mooi stuk. Ik herken er veel van en het maakt me nieuwsgierig naar haar boek. Maar tijdens het lezen kon ik de gedachte niet onderdrukken dat ik inmiddels in de ‘derde helft’ van mijn leven ben beland. En dat niet alleen omdat ik van ‘t voorjaar zestig geworden ben en er dus nog weer twintig jaar meer op heb zitten dan de veertig die Susan als grens hanteert.
Het is meer omdat ik twee grote breuklijnen in mijn leven heb lopen. De eerste net voor mijn dertigste, toen ik verlost werd van mijn sektarische achtergrond. De tweede net voor mijn zestigste, toen ik na een hartstilstand en reanimatie uit het werkende leven gekatapulteerd werd. Twee momenten waarop mijn bestaan op haar grondvesten schudde, momenten die letterlijk keerpunten in mijn leven hebben betekend.
Daarbij komt dat het leven dat ik nu leef als een ‘extra’ deel voelt, een bonusleven dat ik heb teruggekregen nadat ik even helemaal weg ben geweest. Het is een leven waarin veel ‘moeten’ is weggevallen en waarin ik focus op wat echt voor mij belangrijk en fijn is.
Nu pas, blijkbaar. Je zou kunnen zeggen dat ik nu pas in Susans tweede helft ben beland omdat ik me in mijn eigen tweede helft (globaal van mijn dertigste tot mijn zestigste) juist ging conformeren aan sociale en maatschappelijke normen. Ik liep in veel opzichten achter op leeftijdsgenoten en ging pas na mijn dertigste studeren en het wereldse leven ontdekken. Ik heb in het verleden dan ook vaak gezegd dat mijn echte leven op mijn dertigste begon maar daar ben ik van teruggekomen. Ook de eerste dertig jaren zijn een essentieel deel van mijn leven. Ze hebben mij gevormd en vormen een belangrijk onderdeel van mijn identiteit. Ik hoef en wil dat niet meer weg (te) stoppen.
En in plaats van te treuren om wat ik kwijt ben, kies ik ervoor om mijn huidige leven te zien als een derde helft, een afterparty na een spannende wedstrijd. Of en wat ik gewonnen heb, kom ik nog wel achter.
Kommentarer