De idiotès in mij
- Francisca Flinterman
- 13 nov
- 3 minuten om te lezen
Ik ben geen politiek dier. Natuurlijk ga ik stemmen als ik daartoe word opgeroepen, maar verder laat ik de politiek graag aan Den Haag en het gemeentehuis. En eerlijk gezegd is mijn vertrouwen er de laatste jaren niet beter op geworden, met al het gebekvecht en de impasses die maar niet worden doorbroken.
Ook ben ik geen activist. Je zult mij niet snel bij een demonstratie tegenkomen. Ik realiseer me dat dat ook iets lafs en gemakzuchtigs heeft. Als er nooit gedemonstreerd of actiegevoerd was, had ik als vrouw nog steeds geen stemrecht gehad en niet mogen studeren. Als niemand zich uitspreekt en iedereen blijft zitten waar hij zit, verandert er niets. Bovendien winnen de hardste schreeuwers.
Onlangs sprak ik erover met een vriendin. Zij loopt de laatste jaren geregeld mee met demonstraties – voor het klimaat, voor vrede, voor alles wat haar aan het hart gaat. Ik deel haar verontwaardiging en idealen, bewonder haar moed, maar voel me niet geroepen om mee te gaan. Waarom niet?
Eigenlijk ben ik een beetje bang. Ik durf niet goed kleur te bekennen, ben bang dat mijn mening niet goed onderbouwd of niet genuanceerd genoeg is. Dat een ander met sterkere argumenten mijn visie zo onderuit kan halen. Of dat ik in een agressieve menigte terechtkom, onder de voet word gelopen, of zelfs word gearresteerd.
Misschien als excuus, maar ook als overtuiging, zeg ik vaak dat het erom gaat op mijn eigen vierkante meter goed te doen. Liefdevol te zijn voor de mensen om me heen. Mijn kleine stukje wereld zo vorm te geven zoals ik hem graag zou zien. Daar ligt mijn grootste handelingsruimte. Als iedereen dat zou doen, zou de wereld vanzelf mooier worden. Dat is nog steeds waar maar ik begin me wel af te vragen of het genoeg is.
Met mijn leesclub lazen we In onze tijd van Tim Fransen. In eerste instantie had ik er niet zoveel zin in. Zoals ik al zei, heb ik niet zoveel met politiek en ik voel me snel onmachtig als het over grote ontwikkelingen gaat. Waarom zou ik daarover lezen? Ik begon er toch aan en het boek pakte me.
Fransen schrijft over de verwording van de liberale democratie, de groeiende kloof tussen arm en rijk, hoe grote bedrijven doorgaan met het uitputten van de aarde, en hoe eigenbelang en individuele vrijheid de boventoon voeren. Over jongeren die liever dromen van ‘slapend rijk worden’ dan van een samenleving waaraan ze bijdragen. Zijn scherpe analyses maakten me somber.
Als oplossing pleit hij voor een algehele mentaliteitsverandering richting gemeenschapszin en actief burgerschap, voor het in het leven roepen van nieuwe instituties en zelfs voor een wereldwijde grondwet. Het voelt voor mij allemaal ver weg. Ik zit niet in de politiek, heb geen invloedrijke positie, geen geld om te investeren in maatschappelijke vernieuwing. Wat kan ik bijdragen?
Iets wat me ineens echt raakte, was Fransens verhaal over de oude Grieken. In de Griekse stadstaat werd onderscheid gemaakt tussen het publieke domein, politikos, en het private domein, idiotès. Een goede burger was iemand die zich in het publieke domein inzette voor het welzijn van de stadstaat. Wie zich beperkte tot zijn privéleven, een idiotès, was eigenlijk nutteloos, zelfs dom. Dat inzicht was voor mij een eyeopener, en ik voelde me ineens een beetje een idioot.
Ik begon me af te vragen wat het voor mij eigenlijk betekent om een goede burger te zijn. In ieder geval meer dan eens in de vier jaar een hokje rood inkleuren. Moet ik dan toch actiever worden in de politiek? Moet ik dan toch de straat op?
Tijdens de bespreking in onze leesclub realiseerde ik me dat ik meer bijdraag dan ik in eerste instantie dacht. In veel kleine dingen geef ik al invulling aan mijn burgerschap. Mijn bereidheid om me aan collectieve afspraken te houden – iets wat soms braaf of burgerlijk(!) voelt –, mijn misschien wel overdreven zuinigheid met water als er droogte dreigt, mijn keuze om niet te vliegen of bewust te consumeren, en mijn steun aan organisaties wier maatschappelijke doelen ik onderschrijf, komen voort uit een gevoel van verantwoordelijkheid. Uit het besef dat ik deel ben van een groter geheel – de samenleving maar ook de aarde waarop we leven.
Het begint natuurlijk allemaal met bewustwording. Volgens een podcast van dezelfde Tim Fransen heb ik door zijn boek te lezen en te bespreken in een leesclubje, al een eerste stapje richting actief burgerschap gezet. Maar misschien kan ik er nog een schepje bovenop doen. Een stap zetten buiten mijn eigen vierkante meter. Hoe dat er voor mij in de praktijk uit gaat zien, zal ik nog moeten ontdekken. Maar als een vriend of vriendin me bij een volgende klimaatdemonstratie bij de hand neemt en zegt: “Kom, ga mee,” dan ga ik mee.



Opmerkingen